Triangulatie in Familiesystemen en Organisatiedynamieken
Triangulatie komt veel voor in familiesystemen en werkt door naar de werkcontext.
Triangulatie komt veel voor in familiesystemen en werkt door naar de werkcontext.
Triangulatie is een veel voorkomend patroon in familiesystemen, dat ook wordt meegenomen naar de werkcontext in organisatiesystemen. In dit blog geef ik je inzicht in het ontstaan van triangulatie en in twee veel voorkomende uitingsvormen van triangulatie: de bemiddelaar en de bondgenoot.
Je krijgt handvatten om dit patroon als coach of teamcoach te herkennen, en suggesties om dit systemische patroon te helpen doorbreken.
Het patroon van triangulatie ontstaat tussen ouders en kind wanneer het kind zich verantwoordelijk voelt of verantwoordelijk wordt gemaakt voor het in stand houden van de relatie van de ouders. Er ontstaat dan een soort driehoeksverhouding, vandaar de naam triangulatie.
Bij triangulatie komt een kind terecht op de laag van de ouders, en dus in een laag hoger in de ordening dan waar zijn plek eigenlijk is. In de door Els van Steijn geïntroduceerde metafoor van de fontein stapt het kind in de bak van de fontein die zich boven zijn eigen bak bevindt. Hierdoor kan het kind niet meer vrijuit spelen en kind zijn.
Zoals bij elk patroon komt triangulatie voort uit goede intenties. In dit geval is de onbewuste intentie om bij te dragen aan het voortbestaan van het familiesysteem. Het kind merkt dat er in de fonteinbak van de ouders iets mist waardoor de liefde tussen de ouders niet stroomt, en stijgt op om dit gemis op te vullen.
Het kan daarbij gaan om een ouder die zijn plek van man of vrouw in de man-vrouw relatie niet of niet-volledig kan invullen, bijvoorbeeld doordat de aandacht nog bij iemand anders is. Het kind wordt dan in de fonteinbak van de ouders gezogen en wordt ‘plaatsvervanger’ voor de ouder die (emotioneel of mentaal) niet helemaal aanwezig is.
Of er is veel ruzie of afstand tussen beide ouders en het kind neemt een bemiddelende rol in. Het kind gaat dan als het ware tussen de ouders staan, en probeert te bewerkstelligen dat de ouders een stromende eenheid vormen. Het kind neemt de verantwoordelijkheid voor de relatie van de ouders en kan geen kind meer zijn.
Het patroon van triangulatie brengt ook veel kwaliteiten met zich mee. Zo hebben deze kinderen, en later ook als volwassenen, een grote mate van sensitiviteit ontwikkeld voor wat anderen nodig hebben, zijn ze goede verbinders, kunnen ze zich gemakkelijk inleven in verschillende standpunten, hebben ze regelmatig een bemiddelende rol bij belangenverstrengelingen, bewegen ze zich gemakkelijk in de laag boven hun eigen laag, en zien ze snel twee kanten van de medaille.
Ze zijn minder goed in keuzes maken, knopen doorhakken als er verschillende meningen zijn en de verantwoordelijkheid dragen voor de consequenties van hun keuzes en beslissingen.
Kernachtig interveniëren in team- en organisatiedynamiek
Leer jezelf als belangrijkste coachingsinstrument in zetten en vergroot je je systemische interventiekunde.
Er zijn twee veel voorkomende uitingsvormen van triangulatie: de bemiddelaar en de bondgenoot. Beide leiden tot een geheel andere dynamiek in het familiesysteem.
De bemiddelaar
Het kind raakt betrokken in een conflict tussen de ouders en bemiddelt tussen de ouders om te zorgen dat ze met elkaar in gesprek gaan. Zo kan het kind aan de ene ouder uitleggen wat de goede bedoelingen van de ander zijn of bijvoorbeeld boodschappen van de ene ouder overbrengen aan de andere ouder.
Het kind is gericht op het bewaren van de vrede zodat de relatie tussen de ouders in stand blijft. Het kind ervaart dat het alleen maar veilig is als hij de verantwoordelijkheid voor de relatie van de ouders draagt. Hierdoor is er geen ruimte meer om te spelen en kind te zijn.
De bondgenoot
Het kind kiest partij voor een van de ouders, bijvoorbeeld voor de (schijnbaar) zwakkere in de ouderrelatie. Het kind wil de ene ouder dan beschermen of verdedigen. Of het kind wordt door een van de ouders tot bondgenoot gemaakt, en fungeert als emotionele uitlaatklep of vertrouwenspersoon voor alle frustraties over de andere ouder en over de relatie met de andere ouder.
Door bondgenoot te zijn met een van de ouders identificeert het kind zich eenzijdig met deze ouder, en wijst hij de andere ouder af. Het kind komt echter voort uit beide ouders. Door een van beide ouders af te wijzen, wijst hij ook de helft van zichzelf af.
Vadersdochters worden bondgenoot van hun vader, doordat moeder niet voluit naar vader kan stromen en/of vader zijn dochter op de eerste plek zet in plaats van zijn vrouw. Vadersdochters zijn sensitief, kunnen met autoriteit omgaan, en voelen haarfijn aan wat vader nodig heeft (in organisaties: wat de leiding nodig heeft). Er is vaak spanning met moeder en ze zijn de oogappel van vader.
Moederszonen worden bondgenoot van hun moeder, bijvoorbeeld doordat zijn moeder hem regelmatig in vertrouwen neemt of als vader – letterlijk of figuurlijk – afwezig is.
De moederszoon doet alles om te zorgen dat het goed gaat met zijn moeder. Zo komt hij (deels) op de plek van zijn vader terecht, waardoor er spanning of rivaliteit met vader kan ontstaan. Moederszonen zijn sensitief, weten wat vrouwen nodig hebben en kunnen zich gemakkelijk in groepen bewegen.
Vadersdochters en moederszonen hebben onbewust het idee dat ze een betere vrouw of man zijn voor hun vader of moeder dan de andere ouder. De prijs die ze hiervoor betalen is dat ze op latere leeftijd geen succesvolle relatie kunnen opbouwen, doordat ze emotioneel gezien al een partner hebben.
Het als kind ontwikkelde patroon van triangulatie zet zich gemakkelijk voort in een werkcontext. Getrianguleerde mensen voelen feilloos aan als er in de laag boven hen iets ontbreekt, waardoor het organisatiesysteem niet goed functioneert. Zo kan een medewerker de taak van de teamontwikkeling, verbinding in het team, visieontwikkeling, strategische keuzes, of het structureren van de uitvoering van de beleidsplannen (deels) overnemen van zijn leidinggevende. Hij komt dan op de laag boven zijn eigen laag terecht. Doordat hij hiermee een gemis opvult in de hiërarchische laag boven hem, krijgt hij veel waardering van de leidinggevende.
Omgekeerd kan de leidinggevende ook een beroep doen op een medewerker voor het opvullen van het gemis, bijvoorbeeld door deze medewerker regelmatig te consulteren, door het takenpakket van een medewerker uit te breiden met een taak die eigenlijk bij de leidinggevende zelf hoort, of door de medewerker (zoals de directiesecretaresse, een beleidsmedewerker of iemand van een stafafdeling) uit te nodigen voor vergaderingen van het managementteam terwijl de medewerker geen deel uitmaakt van het MT.
Getrianguleerde mensen zijn gevoelig voor dit soort verzoeken en zullen hier vanuit hun patroon automatisch gehoor aan geven. In veel gevallen zal deze indirecte blijk van waardering ze aanzetten om extra hun best te doen en hard te gaan werken.
Terwijl er op de laag van de leidinggevende dankbaar gebruik gemaakt wordt van de aangeboden diensten, wordt de getrianguleerde medewerker binnen zijn eigen laag vaak met argusogen bekeken. Deze medewerker heeft vaak informatie die voor zijn collega’s geheim is. Hij heeft een bondje met de leidinggevende en wordt daardoor minder ingesloten door zijn collega’s.
De ordening is verstoord en dat geeft onrust in het systeem.
Er kan bij de coachee sprake zijn van triangulatie wanneer je als coach opvalt dat de coachee
Een variant van deze patronen zie je terug bij teams of organisaties. Zo zijn er bijvoorbeeld teams die meer taken naar zich toe trekken dan feitelijk bij ze horen, waardoor ze onvoldoende toekomen aan de taken die ze eigenlijk moeten uitvoeren. Andersom worden afdelingen soms belast met taken die eigenlijk niet bij hen horen, maar waar bijvoorbeeld geen budget voor wordt uitgetrokken om dit goed binnen de organisatie in te regelen.
In beide gevallen is er verwarring, onrust en onvrede over de uit te voeren taken. Dit geeft spanning bij de individuele medewerkers, tussen de medewerkers onderling en tussen medewerkers en leidinggevende. De conflicten gaan over ‘Wat hoort (niet) bij ons?’, ‘Wat geven we (geen) aandacht?’, ‘Wat is onze taak (niet)?’.
De helende beweging voor het doorbreken van het triangulatiepatroon ‘de bemiddelaar’ is gericht op:
Wanneer de coachee bondgenoot is geworden van één van de ouders, is de helende beweging om ook de andere ouder in te sluiten en voluit aan te nemen als vader of moeder.
Je bent voor de helft je vader en voor de helft je moeder, met alles wat ze aan geschiedenis, patronen en gewoontes met zich meedragen.
Wanneer de coachee de andere ouder dan waar jij bondgenoot mee is, voluit aanneemt als je vader of moeder, sluit hij ook dit deel van zichzelf in. Hij wordt ‘helemaal zichzelf’.
Je kunt hiervoor de systemische werkvorm Je ouders aannemen.
Nieuwsgierig naar meer inspiratie, kennis en praktische handvatten voor Systemisch Werken in coachen en teamcoachen? Lees dan:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de nieuwste blogs, tips en artikelen op onze Kennisbank voor coaches, trainers en teamcoaches.
Meer tools vind je op onze kennisbank onder de Toolbox voor trainers, coaches en teamcoaches. Zoals:
Zoek je een opleiding waarin je meer leert over Coachen, Loopbaancoaching en Teamcoaching? Dan kun je bij Blankestijn & Partners terecht in de opleidingen:
In dit blog geef ik je inzicht in wat systemisch werken in loopbaancoaching betekent, en illustreer ik dit…
In dit blog leg ik uit hoe je de teamopstelling Communicatiestijlen inbouwt in een teamcoaching programma dat de…
In dit blog geef ik je inzicht in een aantal aspecten van teamnormen waar je in teamcoaching mee…
In dit blog beschrijf ik 5 verleidelijke valkuilen, die ik als opleider van teamcoaches regelmatig voorbij heb zien…
Praat mee